Onderwerp: schriftelijke vraag over geplande locatie munitiecomplex Agelo
Geacht Statenlid Kerkhof,
U heeft ons op 14.01.2025 schriftelijke vragen gesteld over geplande locatie munitiecomplex Agelo.
In deze brief geven wij antwoord op uw vragen.
Vraag 1
Is het college bekend met het feit dat Defensie Agelo heeft aangewezen als mogelijke locatie voor een nieuw te bouwen munitiecomplex? Zo ja, staat het college achter het besluit om op deze locatie een munitiecomplex te willen bouwen.
Antwoord 1
Ja, dat is bekend. Defensie zoekt vanuit het nationaal programma ‘Ruimte voor Defensie’ naar een locatie voor grootschalige munitieopslag[1]. Op dit moment onderzoekt Defensie de haalbaarheid van drie mogelijke locaties voor een grootschalige munitieopslag: Weerselo, Biddinghuizen en Staphorst. Daarover is nog geen besluit genomen. In onze zienswijze op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) hebben wij bij Defensie aangegeven dat een eventueel munitieopslag in Overijssel geen beperkingen en belemmeringen voor de omgeving met zich mee mag brengen[2]. Welke locatie het meest geschikt is voor grootschalige munitieopslag, wordt in het voorjaar 2025 na afronding van het planMER-onderzoek van Defensie door het kabinet vastgesteld.
Vraag 2, 3 en 4
Is het college het met JA21 Overijssel eens dat er mogelijk meer (en betere) locaties beschikbaar zijn voor dit te bouwen munitiecomplex? Zo ja, welke locaties, zo nee waarom niet? Is het college bekend met
Voortgang Nationaal Programma Ruimte voor Defensie
Brief van GS over kamerbrief Ruimte voor Defensie
Brief aan PS Kamerbrief Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD)
[2] Zienswijze NRD Nationaal Programma Ruimte voor Defensie 6 februari 2024
het feit dat er in Staphorst al een munitiecomplex ligt, welke uit te bouwen is tot de benodigde grootte? Is het college bekend dat de gemeente Staphorst onder voorwaarden bereid is om de benodigde ruimte voor een nieuw te bouwen munitiecomplex aan Defensie ter beschikking te stellen? Zo ja, hoe staat het college hier tegenover?
Antwoord 2, 3 en 4
Het college doet zelf geen onderzoek naar mogelijke locaties voor een grootschalig munitiecomplex, dat is aan Defensie. Mocht Defensie kiezen voor een locatie in Overijssel dan lijken de gevolgen voor de leefomgeving in Staphorst kleiner dan in Agelo, maar ook hier heeft de mogelijke komst forse impact. Het college constateert daarnaast dat er in Staphorst bestuurlijk draagvlak is voor de komst van een grootschalig munitiecomplex, dat is niet het geval in de gemeente Dinkelland. Gemeente Staphorst heeft door middel van het ‘Staphorster bod’ bij Defensie kenbaar gemaakt dat zij – onder voorwaarden – een actieve bijdrage wil leveren aan de nationale veiligheid. Zij denken dat (in goede samenwerking met Defensie) een grootschalige munitieopslag te combineren is met de lokale en regionale opgaven. Gedeputeerde Erwin Hoogland heeft namens ons college aangegeven het bod van de gemeente te steunen en rekent erop dat het kabinet dit bod ter harte neemt.
Vraag 5 en 6
Is het college bekend met het feit dat bij de bouw van dit munitiecomplex in Agelo, er 29 huishoudens en meerdere bedrijven moeten verplaatsen omdat zij binnen de gevarenzone liggen en dat er in de directe omgeving (andere zones), maatregelen moeten worden genomen met een enorme impact op de inwoners (uitbreiding woningen, leefbaarheid school, geen groepen groter dan 30 personen etc.? Zo ja hoe staat het college hier in? Is het college het met JA21 Overijssel eens dat wij als Provincie weliswaar ons aandeel moeten leveren i.h.k.v. het Nederlandse veiligheidsbeleid, inclusief Defensie, echter dat we moeten trachten de last voor onze inwoners zo laag en dragelijk mogelijk te houden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5 en 6
Wij realiseren ons dat de uitbreidingsplannen van Defensie mogelijk grote impact hebben op de leefomgeving en de lokale gemeenschappen. Daarover maakt het college zich zorgen. Daarom hebben wij eerder per brief aan het ministerie van Defensie het belang van een zorgvuldig proces samen met alle betrokken bestuurslagen, burgers en bedrijven benadrukt[1]. En opgeroepen om rekening te houden met de maatschappelijke gevolgen. Ook hebben wij aangegeven dat Overijssel in redelijkheid een bijdrage wil leveren aan de nationale veiligheid. Dat we deze bijdrage willen doen vanuit het belang van een goede ruimtelijke ordening en rekening houdend met de maatschappelijke gevolgen.
Vraag 7
Is het college al in gesprek met het Kabinet en in het bijzonder met Defensie met als doel een locatie te vinden welke minder impact heeft op de directe omgeving? Zo nee is het college dan bereid om hierover z.sm. in gesprek te gaan met het Rijk?
Antwoord 7
Ja, we zijn in gesprek met het Ministerie van Defensie, met als doel bij te dragen aan en toe te zien op een transparant proces en weloverwogen besluitvorming over definitieve locatiekeuzes. Hiervoor hebben wij (zoveel als mogelijk in samenwerking met de betrokken gemeenten) in beeld gebracht welke bezwaren (en mogelijkheden) wij zien rondom de onderzoeklocaties en uitbreidingsplannen van Defensie in Overijssel. Ook de bovenstaande bezwaren staan hierin genoemd. Deze bevindingen hebben wij met u en Defensie gedeeld[2], zodat zij alle relevante informatie mee kunnen wegen in de oordeels- en besluitvorming over definitieve locatiekeuzes. Uiteindelijk beslist het kabinet hoe de ruimte verdeeld wordt en welke locaties definitief voorkeurlocaties worden. Het volgende moment waarop Defensie duidelijkheid kan geven is als het onderzoek volledig is afgerond en het ontwerp “Nationaal Programma Ruimte voor Defensie” met daarin de voorkeurslocaties ter besluitvorming aan het kabinet wordt voorgelegd. Dat is naar verwachting in mei 2025.
Gedeputeerde Staten van Overijssel,
[1] Bestuurlijke aandachtspunten Nationaal Programma Ruimte voor Defensie
[2] Brief van GS over ruimte voor defensie in Overijssel – 3 oktober 2024
<<handtekening>>
Voorzitter, A.P. Heidema Secretaris, N. Versteeg
